Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, [33]een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden; 33. Dit wordt geschikt van hun Chrisma of oliesel verstaan, waardoor een ieder in hun sacrament van confirmatie of vormsel, hetwelk zij boven den doop van Christus verheffen, op zijn voorhoofd moest worden getekend; gelijk ook hun geestelijken, in het ontvangen van hunne orden, aan hun hoofden, handen en vingers op dergelijke wijze gezalfd en gemerkt worden, welk merkteken zij noemen onuitwisbaar, en zonder hetwelk zij hun geestelijk koopmanschap niet mogen uitdelen, noch ook zelfs onder andere mensen met vrede handelen of verkeren.